Jan Sonjéstraat

Alle 4 artikelen over beroep Motorhandelaar


Artikel 'Motorhandel uitgebrand' uit  van  dec

Motorhandel uitgebrand

De vlammen laaiden op tot aan het dak; de winkel en werkplaats brandden uit

Men schrijft ons uit Rotterdam:

Vanmorgen 7 oktober 1939 is brand uitgebroken in een motorhandel in de 1e Middellandstraat. Bij het soldeeren van een benzinetank zette een steekvlam de werkbank in vlammen en binnen korten tijd breidde het vuur zich uit naar den winkel. Toen de brandweer arriveerde sloegen de vlammen langs den gevel omhoog en hadden den daklijst reeds aangetast. De brand werd met drie stralen gebluscht; een vijftal motoren verbrandde.

Vanmorgen 7 oktober 1939 omstreeks negen uur is brand ontstaan in den motorhandel van den heer P. Dekker, in de Eerste Middellandstraat 100 op den hoek van de Jan Sonjéstraat. Toen de eigenaar bezig was in de werkplaats, die achter den winkel in de Jan Sonjéstraat is gelegen, met het soldeeren van een benzinetank, sloeg plotseling een steekvlam uit de tank. De werkbank met zijn brandbare omgeving geraakte in brand, terwijl ook de kleeding van den motorhersteller vlam vatte. Het gelukte den man naar buiten te snellen en zijn brandende kleeren te dooven, waarna omwonenden de brandweer alarmeerden. Omdat de brand zich aanvankelijk niet zoo ernstig liet aanzien, werd het sein „klein alarm” gegeven. Binnen korten tijd sloegen de vlammen echter over naar den winkel, terwijl in de werkplaats, waar een vat met zestig liter olie en een bus benzine stonden, de vlammen hoog oplaaiden. Met de hulp van enkele voorbijgangers kon men nog enkele nieuwe motoren uit den winkel in veiligheid brengen, maar de machines, die in de werkplaats stonden, waren niet meer te bereiken.

In den winkel, waarvan de wanden geheel met triplex bekleed waren, vond het vuur gretig voedsel, terwijl ook daar busjes met olie de vlammen hoog deden oplaaien.

Vlammen slaan uit

Het duurde een kwartier voor de brandweer arriveerde en toen stonden winkel en werkplaats reeds over de geheele lengte in brand. De groote étalageruiten waren gesprongen en de vlammen sloegen langs den gevel omhoog. Zoo hoog laaiden zij, dat zij via eerste en tweede étage de daklijst bereikten, zoodat deze eveneens vlam vatten. Een oogenblik liepen de bovenverdiepingen dan ook groot gevaar. Wanneer de ruiten gesprongen zouden zijn, had het vuur zich ongetwijfeld medegedeeld aan de hooger gelegen étages, waarvan kozijnen en vensterbanken reeds blakerden!

Brandmeester J. van Onlangs, die met slangenwagen 31 het eerst aanwezig was, zag dat gevaar onmiddellijk in en liet het vuur krachtig aanpakken. Twee slangen, werden uitgelegd en van verschillende zijden werden flinke hoeveelheden water in den winkel, die het felst brandde, geworpen.

Inmiddels was door de centrale brandweer melding het sein „middelalarm” gegeven, waarop meer slangenwagens en de gereedschapswagen onder leiding van opzichter Mallan uitrukten.

Ook hoofdman A.J. Kruis was spoedig ter plaatse en stelde slangenwagen 28 met één straal in werking om het nog steeds voortvretende vuur in de werkplaats te blusschen.

Tegen zulk een overmacht was het vuur niet opgewassen, terwijl bovendien de meest brandbare materialen verbrand waren, zoodat het vuur zienderoogen minderde.

De winkel was toen geheel uitgebrand en tusschen de zwartgeblakerde omlijstingen van étalage en deurstijlen lagen de verwrongen overblijfselen van motoronderdeelen, terwijl midden in den winkel een geheel door het vuur vernielde machine lag.

Om de nablussching grondig ter hand te kunnen nemen moesten de plafonds omlaag gehaald worden, zoodat het winkelhuis geheel vernield is.

Autogarages gespaard

Doordat het vuur zich vrijwel uitsluitend voortplantte naar de zijde van de Middellandstraat, zijn de garages in de Jan Sonjéstraat, die aan de werkplaats grenzen, gespaard gebleven. Vlak achter de werkplaats is een garage van de autoverhuurinrichting A.R.O., terwijl daarnaast de garage van den heer H.P. Take is gevestigd. In laatstgenoemde garage stonden een zevental auto's, die door een chauffeur van de A.R.O. naar buiten gereden werden.

Vijf motorrijwielen en een hoeveelheid onderdeelen zijn een prooi der vlammen geworden. Behalve de winkel werden de bovengelegen étages licht door het vuur beschadigd.

Alle schade wordt door verzekering gedekt. De volgorde van aankomst van het materieel was: de slangenwagens 31, 28, 32, 56, 49 en gereedschapswagen I.

Lees het hele artikel

Artikel 'Uitslaande brand in de Middellandstraat.' uit  van  dec

Uitslaande brand in de Middellandstraat.

Een steekvlam sloeg uit.

Vanmorgen 7 oktober 1939 om kwart over negen is brand uitgebroken in den motorhandel van den heer P. Dekker, op den hoek Middellandstraat en Jan Sonjéstraat.

Toen de eigenaar in de werkplaats achter den winkel bezig was met het soldeeren van een benzinetank van een motor sloeg plotseling een steekvlam uit, die de werkbank vlam deed vatten. De kleeding van den motorhersteller vatte vlam, doch de man wist deze zelf te dooven en naar buiten te snellen.

In de werkplaats met de zeer brandbare voorwerpen verspreidden de vlammen zich met groote snelheid en spoedig sloeg het vuur over naar den winkel, waar de vlammen voedsel vonden in de triplexbekleeding van muren en etalage. Met een harden knal sprongen de ruiten, waardoor het vuur lucht kreeg en de vlammen nog verder oplaaiden. Direct na het uitbreken van den brand was de brandweer gealarmeerd, die spoedig sein „middelalarm” gaf.

Toen de brandweer arriveerde, sloegen de vlammen uit het beneden huis langs den gevel omhoog en had het vuur reeds de daklijst aangetast. Omdat de bovenverdiepingen groot gevaar liepen, werd het vuur direct krachtig aangepakt. Met twee stralen van slangenwagen 31 en een straal van 28 werd het vuur bestreden, zoodat het vuur zienderoogen minderde. Na twintig minuten had men den brand onder de knie. Het benedenhuis met winkel en werkplaats was geheel uitgebrand, terwijl de daklijst gedeeltelijk was vernield.

De bovenverdiepingen liepen slechts weinig schade op. Een aantal in den winkel en werkplaats staande motorrijwielen werd een prooi der vlammen.

Het pand om den hoek van de Jan Sonjéstraat heeft echter wel schade ondervonden. Op de eerste étage bewoond door den heer K.H. Jansen, brande de vloer door en een deel van de voorkamer werd een prooi der vlammen.

De blussching stond onder leiding van onderbrandmeester N. Verhoeven, brandmeester J. van Onlangs, en hoofdman A.J. Kruijs.

Mede aanwezig waren de slw. 32, 56, 49, reservewagen 1 en slw. 34.

De heer Dekker was tegen brand- en waterschade verzekerd.

Lees het hele artikel

Artikel 'Winkel en werkplaats uitgebrand' uit  van  dec

Winkel en werkplaats uitgebrand

Aan de 1e Middellandstraat.

Hedenmorgen 7 oktober 1939 omstreeks kwart voor 9 was de rijwiel- en motorhandelaar P. Dekker in zijn werkplaats aan de Jan Sonjéstraat 2, welke gelegen is achter zijn zaak aan de 1e Middellandstraat 100b, bezig met een met een gasvlam verhitten bout een ledige benzinetank te lasschen. Plotseling schoot een groote vlam uit de tank en zette de omgeving in vlam. Dekker poogde de vlammen nog te dooven, doch moest, daar de brand zeer snel in omvang toenam, de vlucht nemen. Men trachtte nog enkele motorrijwielen en fietsen uit den winkel te redden, doch ook deze was door de licht brandbare voorraden weldra één vuurzee, zoodat men de pogingen tot berging van de aanwezige goederen moest staken. Steeds verder drong het vuur in den overvollen winkel door en spoedig sloegen de vlammen aan alle kanten van het hoekhuis fel naar buiten.

Ondertusschen was slangenwagen 31 met den onderbrandmeester, den heer M. Verhoeven, en den brandmeester, den heer J. van Onlangs, ter plaatse gekomen en dadelijk werd met twee stralen op de waterleiding met de blussching begonnen. Van slangenwagen 28, welke vlak daarop werd gemeld, werd nog één straal in werking gesteld en met deze drie stralen slaagde men er in den brand, nu onder leiding van den hoofdman, den heer A.J. Kruis, tot het winkelhuis en de daarachter gelegen werkplaats te beperken. Men kon voorkomen, dat de bovengelegen verdiepingen bewoond door de gezinnen Jansen en Otterspoor, ook door het vuur werden aangetast. De winkel en de werkplaats brandden echter schoon leeg. Van den daarin aanwezig geweest zijnden voorraad was alleen een verkoolde puinhoop over.

De bovenwoningen hadden alleen rookschade bekomen. Door het snelle optreden der brandweer was doorbranden van de winkel- en werkplaatszoldering voorkomen.

Daar gevaar bestond dat het vuur nog tusschen de plafonds doorsmeulde, werden deze op last van hoofdman Kruis afgestoken.

Omstreeks half elf was de brand gebluscht en ging men tot de ruiming en nablussching over.

Van de hulp van het personeel der slangenwagens 32 (in reserve), 56 en 49, welke eveneens waren uitgerukt, behoefde geen gebruik te worden gemaakt.

Personeel der Afdeling Brandbluschmiddelen, dat onder bevel van den opzichter, den heer J.W. Mallan, met den gereedschapswagen nummer 1 aanwezig was, verleende goede diensten bij de blussching.

De schade wordt door verzekering gedekt.

De talrijke nieuwsgierigen werden op voldoenden afstand gehouden door een uitgebreide politiemacht onder bevel van den hoofdinspecteur, den heer G.W. Valken, zoodat de brandweer ongestoord haar werk kon doen en het verkeer door de 1e Middellandstraat ook niet werd gestoord. Gedeeltelijk werd dit tijdens de blussching omgelegd.

Lees het hele artikel

Artikel 'Benzinetank ontploft' uit  van  dec

Benzinetank ontploft

Rotterdam, 7 October 1939. — Vanmorgen 7 oktober 1939 omstreeks negen uur is brand uitgebroken in den motorhandel van den heer P. Dekker, op den hoek Middellandstraat-Jan Sonjéstraat te Rotterdam.

Toen de eigenaar in de werkplaats achter den winkel bezig was met het soldeeren van een benzinetank sloeg plotseling een steekvlam uit, die de werkbank vlam deed vatten. De kleeding van den motorhersteller vatte vlam, doch de man wist deze zelf te dooven en naar buiten te snellen.

In de werkplaats met de zeer brandbare omgeving verspreidden de vlammen zich met groote snelheid en spoedig sloeg het vuur over naar den winkel, waar de vlammen voedsel vonden in de triplexbekleeding van muren en étalage. Met een harden knal sprongen de ruiten, waardoor het vuur lucht kreeg en de vlammen nog verder oplaaiden. Direct na het uitbreken van den brand was de brandweer gealarmeerd, die spoedig sein „middelalarm” gaf.

Toen de brandweer arriveerde, sloegen de vlammen uit het benedenhuis langs den gevel omhoog en hadden reeds de daklijst aangetast. Omdat de bovenverdiepingen groot gevaar liepen, werd het vuur direct krachtig aangepakt. Met drie stralen werd het vuur bestreden, zoodat het vuur zienderoogen minderde. Na twintig minuten had men den brand onder de knie. Het benedenhuis met werkplaats was geheel uitgebrand, terwijl de daklijst gedeeltelijk was vernield. De bovenverdiepingen liepen slechts weinig schade op. Een vijftal in den winkel en werkplaats staande motorrijwielen werd een prooi der vlammen.

Lees het hele artikel